Bestuur, ondersteuning en algemene dekkingsmiddelen

Toelichting afwijking op totale personeelslasten

Algemeen: Totale personeelslasten

147.000 V

Hier analyseren wij de afwijking op de totale personeelslasten van het vaste- en tijdelijke personeel en de gedetacheerden.

De totale personeelslasten bestaan uit salariskosten vast personeel, kosten personeel van derden (inhuur), variabele salarisvergoedingen, reiskosten, overwerk, vacaturegelden en detacheringsgelden.
Het totaal van de loonkosten van het personeel is begroot op afgerond € 18,2 miljoen.
Dit is inclusief een extra budget t.b.v. ziektevervanging van € 300.000 dat is toegekend o.b.v. de 2e bestuursrapportage 2021.

Er is sprake van een voordeel op de personeelslasten van € 147.000 (dit is 0,8% van de loonsom). Dit bestaat uit een nadeel op het vaste personeel van € 163.000 en voordeel op de inhuurbudgetten van € 310.000. Deze worden hieronder nader toegelicht.

Het nadeel van € 163.000 op het vaste personeel kan (grotendeels) als volgt worden verklaard:

  • de vastgestelde CAO 2021(-2022) dat resulteert in een nadeel van € 123.000.
  • de opname van een bedrag van € 91.000 voor het verlofstuwmeer van medewerkers (op basis van de boekhoudvoorschriften)
  • er zijn extra inkomsten ontvangen in verband met detachering van personeel ad. € 20.000 en vergoedingen als gevolg van zwangerschapsverlof ad. € 26.000 (voordeel € 46.000).

Het jaar 2021 kenmerkt zich door veel personele wisselingen. Vrijgevallen posities konden niet altijd direct worden ingevuld. Vacatures waren moeilijk (vast) in te vullen en zelfs tijdelijke krachten waren niet altijd direct aan de organisatie te binden. Tijdelijke invulling was daardoor vaak korter en op een later moment beschikbaar dan de positie vrij viel. Hierdoor is er in 2021 sprake geweest van extra werkdruk. Ondanks de gestaag stijgende inhuurtarieven is het voordeel op de diverse inhuurbudgetten € 310.000.
Dit wordt met name veroorzaakt door:

  • minder inhuur t.b.v. de projecten organisatie ontwikkeling en de invoering van de verplichtingenadministratie (doorloop naar 2022, restant budget naar 2022);
  • een uitgesteld besluit van het kabinet inzake rechtmatigheidsverantwoording. De geplande inhuur van expertise is niet ingezet.
  • het later én korter invullen van vacatures binnen het sociaal en ruimtelijk domein. Ook is een vacature ingevuld door een werkervaringsplek.
  • dat de gemaakte kosten op een andere kostensoort zijn verantwoord (binnen programma 3). Hierbij gaat het om een bedrag van afgerond € 69.000.
  • dat er extra is ingehuurd in verband met corona (o.a. de afhandeling van de aanvragen tlv het corona noodfonds). Dit leidde tot een nadeel van € 52.000.

In de verschillenanalyse 2021 worden in elk programma, per beleidsveld, de verschillen benoemd, die hoger zijn dan € 50.000. Voor zover deze betrekking hebben op de salaris(gerelateerde) kosten, wordt daarbij aangegeven, dat deze verschillen centraal verklaard worden en daarom wordt daar verwezen naar deze algemene toelichting.

In de tabel hierna laten we de afwijkingen per programma zien die leiden tot de totale afwijking van
€ 147.000 op de personeelslasten, waarbij (-) is een nadeel.

Programma

Afwijking

1

Bestuur, ondersteuning en algemene dekkingsmiddelen

-10.000

2

Openbare orde en veiligheid

-9.000

3

Beheer openbare ruimte

38.000

4

Economische zaken

-3.000

5

Onderwijs en vrije tijd

-35.000

6

Inkomensondersteuning

73.000

7

Sociaal domein

24.000

8

Duurzaamheid en milieu

0

9

Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

69.000

Totaal

147.000

 

Deze pagina is gebouwd op 06/01/2022 14:51:43 met de export van 05/30/2022 12:08:15