Gegeven de permanente financieringsbehoefte, kunnen fluctuaties in rentelasten voor de gemeente risico’s met zich meebrengen. Om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken is de kasgeldlimiet ingesteld. De kasgeldlimiet stelt grenzen aan de mate waarin de financieringsbehoefte wordt gedekt met kortlopende leningen (< 1 jaar). Dit is geregeld in de Wet Fido.
De kasgeldlimiet is uitgedrukt in een percentage van de omvang van de begroting. Voor 2021 bedraagt dit, bij ministeriële regeling vastgestelde, percentage 8,5.
De omvang van de begroting op 1 januari 2021 bedraagt € 71.194.000. De kasgeldlimiet bedraagt dan € 6.051.000. Overschrijding van de kasgeldlimiet heeft zich niet voorgedaan.